Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij namen Absalom, en wierpen hem in het woud, in een groten kuil, en stelden op hem een zeer groten [26]steenhoop; en gans [27]Israel vluchtte, een iegelijk naar zijn [28]tent. 26. Een geheel ander gedenkteken, door Gods rechtvaardig oordeel opgericht, dan hetgeen hij zichzelven in zijn leven had doen stellen. Zie vs.18. 27. Die Absalom gevolgd hadden. 28. Dat is, woonplaatsen.